In De Haven zijn deze maand twee kleinschalige woongroepen gestart: De Bonte Poort en De Meerpaal. Hier wonen mensen met dementie in een huiselijke setting. Dat geeft rust, herkenning en een duidelijke dagstructuur. De groepen bevinden zich rondom Het Atrium op de eerste en vierde etage.
Met deze nieuwe kleinschalige woongroepen speelt De Haven in op de groeiende vraag naar woonplekken voor mensen met dementie. Ouderen met vooral lichamelijke aandoeningen blijven steeds vaker thuis wonen, met steun van naasten en wijkverpleging. Mensen met dementie hebben behoefte aan nabijheid, daarom vindt in het verpleeghuis uitbreiding plaats voor deze doelgroep. Voor de nieuwe groepen zijn twee teams samengesteld, grotendeels met vertrouwde gezichten. Bewoners en familie treffen medewerkers die De Haven en gewoonten al kennen.
Familie, vrienden en vrijwilligers
Familie, vrienden en vrijwilligers hebben een vaste plek in het geheel. Zij sluiten aan bij wat thuis gebruikelijk was, zoals samen koken, een was doen of een bed verschonen. Inmiddels doen tien vrijwilligers mee. Dat vergroot de sociale kring van de bewoners en zorgt voor extra momenten van aandacht en ontmoeting.
“Bewoners doen waar mogelijk veel zelf en behouden daardoor eigenwaarde en vaak ook rust, het team van naasten en zorgmedewerkers staat klaar om hen zo goed mogelijk te begeleiden”, zegt Ada Huijgen-Beukers, manager intramurale zorg. “Zo zorgen we met elkaar voor een fijne plek om te wonen als het thuis niet meer gaat.”
Samen zorgen voor wat overblijft
Op deze kleinschalige woongroepen komt alles samen waar De Haven de afgelopen jaren aan heeft gewerkt. Het programma Aan het roer en het samenspel tussen professionele zorgverleners en naasten en vrijwilligers. Bij Aan het roer gaat het om het luisteren naar wat de bewoner belangrijk vindt. De bewoner, familie en medewerkers kijken samen wat iemand zelf kan. Als iets niet meer lukt en ook niet te leren is, zorgt de omgeving, zoals familie en de zorgprofessional, voor wat overblijft.
Ada: “Ook bij mensen met dementie is het mogelijk om de principes van Aan het roer toe te passen. Iemand echt kennen, luisteren naar wat iemand echt belangrijk vindt, geeft een enorme meerwaarde in deze fase van het leven waarin zoveel verwarring is. Zo bieden we (eenvoudige) keuzes en leren we als het kan ook opnieuw iets aan. Door vaste routines en veel geduld kan dat echt.”
Op de groepen is de teamsamenstelling vernieuwd. Ongeveer 40 procent van de medewerkers heeft geen zorgdiploma, maar volgde gerichte trainingen voor het ondersteunen van ouderen met dementie. Zij bieden nabijheid, ritme en helpen bij een zinvolle dag. Verzorgenden en verpleegkundigen doen de handelingen die professionele deskundigheid vragen. Zo wordt “zorgen voor wat overblijft” zichtbaar in de praktijk.
